Psychoanalyse is, zoals bekend, een kwestie van woord en taal. Maar heeft het lichaam dan geen rechten? In de therapie is een lijf aan het woord. Woordeloos, dat wel, maar het schreeuwt evengoed onze onbewuste kronkels uit. Op het lichaam leest men de polsslag van het ‘reële’ dat, uniek en eigenzinnig, het gladde van onze verhalen doorkruist. Kunst zoekt vaak aansluiting bij die weerbarstige taal van het lichaam – een taal die ook bijvoorbeeld uit dansende, getatoeëerde, zwijgende of zelfs gedysincarneerde lichamen spreekt.
Psychoanalyse is, zoals bekend, een kwestie van woord en taal. Maar heeft het lichaam dan geen rechten? In de therapie is een lijf aan het woord. Woordeloos, dat wel, maar het schreeuwt evengoed onze onbewuste kronkels uit. Op het lichaam leest men de polsslag van het ‘reële’ dat, uniek en eigenzinnig, het gladde van onze verhalen doorkruist. Kunst zoekt vaak aansluiting bij die weerbarstige taal van het lichaam – een taal die ook bijvoorbeeld uit dansende, getatoeëerde, zwijgende of zelfs gedysincarneerde lichamen spreekt.