Het werk van de Amerikaans-Britse dichter-essayist T. S. Eliot is van diepgaande invloed geweest op de literatuur en vooral de poëzie van onze eeuw. Vermaarde dichtwerken als The Waste Land en Four Quartets zullen de lezer blijven boeien door hun compositie, stijl en zeggingskracht.
Minder bekend zijn de rol die Eliot speelde in het internationale intellectuele en artistieke leven van zijn tijd, de filosofische en religieuze achtergronden van waaruit hij leefde en schreef, en de sterk kosmopolitische inslag die zijn optreden al vanaf een vroeg stadium kenmerkte, waardoor hij als een vertegenwoordiger mag gelden van het ideaal dat Goethe voor ogen zweefde: de 'wereldliteratuur'.
Over deze aspecten handelen vier van de zes hier opgenomen studies. Ook wordt - voor het eerst - een terugblik ondernomen op de ontvangst van Eliots toneelwerk in ons land. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de invloed van Eliot op de Engelse poëzie sinds zijn overlijden in 1965.
De bijdragen in deze bundel zijn van Johan Kuin, Ton de Bruyn en John Friedrichs, Sophie Levie, André Rutten, L. R. Leavis en W. Bronzwaer.
Het werk van de Amerikaans-Britse dichter-essayist T. S. Eliot is van diepgaande invloed geweest op de literatuur en vooral de poëzie van onze eeuw. Vermaarde dichtwerken als The Waste Land en Four Quartets zullen de lezer blijven boeien door hun compositie, stijl en zeggingskracht.
Minder bekend zijn de rol die Eliot speelde in het internationale intellectuele en artistieke leven van zijn tijd, de filosofische en religieuze achtergronden van waaruit hij leefde en schreef, en de sterk kosmopolitische inslag die zijn optreden al vanaf een vroeg stadium kenmerkte, waardoor hij als een vertegenwoordiger mag gelden van het ideaal dat Goethe voor ogen zweefde: de 'wereldliteratuur'.
Over deze aspecten handelen vier van de zes hier opgenomen studies. Ook wordt - voor het eerst - een terugblik ondernomen op de ontvangst van Eliots toneelwerk in ons land. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de invloed van Eliot op de Engelse poëzie sinds zijn overlijden in 1965.
De bijdragen in deze bundel zijn van Johan Kuin, Ton de Bruyn en John Friedrichs, Sophie Levie, André Rutten, L. R. Leavis en W. Bronzwaer.