Annie Verschoor werd geboren in de Nijmeegse Burghardt van den Berghstraat op nummer 107 . Ze groeide op in Java en in Den Helder. Ze studeerde letteren en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1920 trouwde ze met de historicus Jan Romein. Haar vele publicaties op het gebied van de literatuursociologie en cultuurgeschiedenis waren doorgaans marxistisch georiënteerd.
In 1935 voltooide ze haar dissertatie Vrouwenspiegel, een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster na 1880. Dit boek werd bekroond met de Dr. Wijnaendts Franckenprijs. Daarna schreef ze Slib en wolken , een overzicht van de Nederlandse letteren na 1880. Dit boek werd in 1947 vertaald in het Frans en in 1950 in het Engels. Hierna volgde een studie over tendensliteratuur . Meer uitgesproken historisch werk leverde zij vooral in samenwerking met haar echtgenoot (De Lage Landen bij de zee uit 1934 en Erflaters van onze beschaving .
In 1948 schreef ze een roman over het leven van Hugo Grotius: Vaderland in de verte. In Met eigen ogen bracht zij verslag uit over een studiereis naar Indonesië. Omzien in verwondering bevat haar herinneringen aan een bijzonder rijk leven van strijdbaar-links engagement en inzet voor de vrouwenemancipatie.
Annie Verschoor werd geboren in de Nijmeegse Burghardt van den Berghstraat op nummer 107 . Ze groeide op in Java en in Den Helder. Ze studeerde letteren en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1920 trouwde ze met de historicus Jan Romein. Haar vele publicaties op het gebied van de literatuursociologie en cultuurgeschiedenis waren doorgaans marxistisch georiënteerd.
In 1935 voltooide ze haar dissertatie Vrouwenspiegel, een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster na 1880. Dit boek werd bekroond met de Dr. Wijnaendts Franckenprijs. Daarna schreef ze Slib en wolken , een overzicht van de Nederlandse letteren na 1880. Dit boek werd in 1947 vertaald in het Frans en in 1950 in het Engels. Hierna volgde een studie over tendensliteratuur . Meer uitgesproken historisch werk leverde zij vooral in samenwerking met haar echtgenoot (De Lage Landen bij de zee uit 1934 en Erflaters van onze beschaving .
In 1948 schreef ze een roman over het leven van Hugo Grotius: Vaderland in de verte. In Met eigen ogen bracht zij verslag uit over een studiereis naar Indonesië. Omzien in verwondering bevat haar herinneringen aan een bijzonder rijk leven van strijdbaar-links engagement en inzet voor de vrouwenemancipatie.